zaterdag 11 december 2010

Ding 22 Hoe denk ik nu zelf over web 2.0 in relatie tot de bibliotheek?

Tijd voor reflectie. Een blog schrijven over de web 2.0 en de bibliotheek. Geen gemakkelijke opdracht, want waar begin je?
Allereerst: het internet is niet meer weg te denken uit onze wereld. Ik kom in mijn bibliotheken steevast klanten tegen die fulmineren over het feit dat tegenwoordig alles maar via de computer moet, en die zweren bij papieren boek en persoonlijke aandacht, maar juist het feit dat ze zich hierover beklagen onderstreept  de stelling.
Maar hoe vertaalt zich dit in de concrete werkelijkheid? Als een jonge lener inde bibliotheek komt met de opmerking: ik moet een spreekbeurt houden over ….. nou ja, vul maar in, ga ik toch allereerst op zoek naar een studieboek.  Maar omdat non fictie meer en meer vanuit de long-tail moet komen, gebeurt het ook wel dat het kind dan naar huis gaat met de opmerking: ‘het moet overmorgen klaar zijn, ik kijk nog wel even op internet’ Die persoon heb ik op dat moment niet kunnen helpen. Zal hij of zij volgende keer nog weer komen of gelooft men het wel? Hoe staat het met mijn kennis van nuttige websites voor kinderen? Waar vind ik goede informatie over opvoedingsproblemen of hoort  het niet tot mijn taak om klanten te wijzen op het alternatief van de website. Op dit punt aangekomen denk ik; dit is web 1.0! Is dat eigenlijk al wel goed ‘gecoverd’ door mij? Het opstartmenu van de publiek-pc heeft heel wat databanken, maar uit tijdgebrek heb ik de meesten zelfs nog nooit geopend. Herkenbaar of ben ik de enige teamleider die zo handelt?
Kortom, web 1.0 legt het in mijn bibliotheek nog af tegen het oude vertrouwde boek.
Maar dit blog moet gaan over web 2.0. Ik krijg daarbij het gevoel dat er geen einde aan de mogelijkheden komt. Waar stap je in en hoe?  Maar al is dat onoverzichtelijk en bijna eng –en het internet  is echt niet zonder gevaren of nadelen- toch zie ik voor de bibliotheek grote kansen.
 Voor het beleid rond collectionering en de longtail-gedachte  is onderzoek gedaan naar het type klant dat de bibliotheek bezoekt. Zo is er waarschijnlijk ook onderzoek gedaan naar het media- en computergebruik. Gebruiken de meeste mensen de computer alleen voor email, bezoeken ze incidenteel het internet voor informatie of zijn ze actief op hyves, facebook etc. Hebben ze hun accounts en apps gekoppeld?  Slaan ze hun foto’s online op, downloaden ze vaak muziek en film? Twitteren ze al? Al deze vragen hebben invloed op de manier waarop je met je klanten communiceert. Hoe breng je je product onder de aandacht? Voor de oude dame die elke week vertelt niet de computer te kunnen bedienen is persoonlijke aandacht het antwoord, voor de jongere die opgroeit met you tube en twitter als informatiebronnen moet de bibliotheek andere registers opentrekken.  Een flexibele website is daarbij van essentieel belang.

Ik heb al eerder aangegeven dat ik zelfs bij mezelf een verandering bespeur als het gaat om informatievergaring. Ik ga toch niet een dikke handleiding lezen als er ook een filmpje is van 3 minuten? Na google wordt you tube de volgende plaag voor het onderwijs. Ze lezen niet meer, ze kijken beeld. En wij als bibliothecarissen zijn daar, denk ik, niet zo goed in; het plaatje dient hooguit ter ondersteuning. Het gaat om de letters. En nog zo eentje: Ze lenen niet meer, ze downloaden.

Maar informatie blijft informatie. En dus heeft de bibliotheek daar wel degelijk iets te melden. Allereerst; als plek waar van oudsher informatie valt te verkrijgen, maar ten tweede ook als specialisten op het terrein van de schifting. Het kaf van het koren scheiden, weten waar goede informatie vandaan zou kunnen komen en de klant op dat spoor zetten, wordt mijns inziens steeds meer een taak voor een bibliotheek die zichzelf speler weet op het terrein van maatschappelijke ontwikkeling. Wees geen digibeet, stap in de wereld die web 2.0 heet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten